Dement
De dochter wast haar vader
denkend aan vroeger.
Hij was een stralend mens
die genoot van zijn vrouw en kinderen,
je kon altijd een beroep op hem doen.
Nu glijdt hij weg door de tijd,
die zijn lichaam en geest opeist.
Zij kan hem niet bereiken met haar liefde,
een traan glijdt uit haar oog.
Het zonlicht valt naar binnen,
koestert met haar warmte de vader.
Het is of licht hem wakker roept,
hem herinnert.
Zijn handen glijden aarzelend naar beneden,
Hij pakt zijn lid, richt het omhoog.
Kijkt ineens zijn dochter aan en zegt blij en trots:
”Toen kwam jij!”