Geloven of zeker weten?
Op een ochtend bij het wakker worden,
weet ik zeker, de gebeden opgezonden.
Dat mijn dochter een baby zal krijgen
wordt binnenkort verhoord.
Vele, vele jaren zijn verstreken,
nutteloze pogingen ondernomen.
Teleurstelling, verdriet telkens weer voor een ieder,
die met hen meeleven!
Eigenlijk geloof ik het niet. Ik bid om een teken!
Zie als ik die dag de deur uitstapt ligt er
voor mijn voeten een kanten babymutsje.
Ik vertel het tegen niemand,
een poosje later vertrek ik naar Amerika.
Bij mijn terugkomst, na 3 weken, wordt op ik opgewacht
door een andere dochter die vertelt slecht nieuws.
Haar zus ligt sinds mijn vertrek al in het ziekenhuis.
Drie keer is overwogen mij te laten thuiskomen.
Zij mag haast geen bezoek maar ik mag die dag wel.
Ik vind daar in bed een zeer verdrietige dochter.
Mama geen eitje is blijven zitten.
Denkend aan het babymutsje zeg ik:
“Je krijgt een baby. Ik weet het zeker!”
Zie, na twee dagen worden mijn woorden bevestigd,
Na een uitermate moeilijke zwangerschap ligt daar,
Eerste Kerstdag, een gezond meisje in de couveuse.
Mijn zus werd ernstig ziek, vele jaren,
ook toen wist ik zeker: zij wordt gezond!
Het duurde zolang dat ik vaak twistte over haar met God.
Ik was ongeduldig maar na ruim tien jaar
was zij ineens gezond. Vreugde!
Mijn schoonmoeder zei altijd over haar dood:
Jezus komt mij op de wolken halen!
Ik geloofde het niet!
Op een morgen zat zij rechtop in haar stoel,
naast haar een kopje thee en beschuit,
in de zon, en zij was opgehaald.
Wordt biddend geloven door de tijd heen een vast vertrouwen?
Dat verankerd wordt tot zeker weten waarop je kunt staan?
Geschreven 25 januari 2019 Inneke van den Hof
gedachten@innekevandenhof.nl