Close

Nachtmerries

Nachtmerries

Voor de zoveelste keer word ik wakker,
badend in angstzweet. Ik herinner me mijn droom.
Ik word achtervolgd, mannen.
Ik zoek een schuilplek.
Ik hoor ze praten als ze voorbij gaan,
ze keren terug en vinden mij!
Nemen mij mee.
Geboeid word ik op tafel gelegd,
voel een prik, een injectienaald,
het gif stroomt mijn lichaam binnen, verlamd.
Ik ga dood.

Ik word rondgeleid in een grote ruimte,
waar mensen voorzien worden van nieuwe ledematen.
Alle onderdelen van het menselijk lichaam
drijven rond in grote doorzichtige containers.
Er zijn er ook met ogen in kleuren,
levende ogen die mij volgen, het jaagt mij angst aan.
Snakkend naar adem word ik wakker.

Ik loop langs het strand, de lucht betrekt,
het water wordt donker, de golven hoger.
Het gaat stormen, de wind jaagt het water het strand op,
Het water loopt steeds verder het land in.
Bomen, huizen verdwijnen,
voor mijn ogen verdrinkt het land,
ontzet sla ik de handen voor de ogen.

Ik lig in bed, hoor de voordeur opengaan,
het sluipt door de gang, mijn slaapkamer deur gaat open.
Er golft zwart naar binnen, steeds meer.
Ik zie niets meer, zulk zwart heb ik nooit gezien,
het wil mij verstikken, ik worstel en bid:
Onze Vader!
Het zwart verdwijnt op de dezelfde manier
als het binnenkwam.

Ik graaf een diepe put, verberg mij er in.
Een deksel valt op de put, houdt mij gevangen.
De vader loopt langs en tilt de deksel op.
Steekt zijn handen uit, trekt mij eruit.
Spreekt: Jij bent vrij!
Ontzet vlucht ik,
laat mij dragen op vleugels van angst.
Vind mijzelf terug aan de voeten van de zee.
Ik kijk over haar uit!
De vleugels van angst vallen af.
Mijn vlucht is ten einde.

25 juli 2015 Inneke van den Hof
gedachten@innekevandenhof.nl