Close

Tijd?

Tijd?

Je wordt wakker in de morgen,
ligt nog even en denkt na over de nieuwe dag.
Je moet uit bed, douchen, aankleden,
de hond uitlaten.
Het ontbijt klaar maken,
en de lunchdoosjes vullen,
kinderen naar school brengen.
Je moet oppas regelen voor het weekend,
tussen de middag boodschappen doen,
hoognodig met vriendinnen contacten.
Weer naar je werk, daarna kinderen halen,
moet koken.
Vanavond vrij? Nee……….
Dan naar het buurtoverleg.
De dag is zo voorbij,
altijd is daar het moeten.
Stress, stress.
De dag grijnst.

Leven in de tijd is moeten.
Dankbaarheid voor het leven,
verandert moeten in mogen.
Denk: Ik mag! Opluchting,
ruimte om je heen.
Bij het ontwaken lacht
de nieuwe dag je toe.